2019-06-05 Doorwerth

Dag allen,

2019-06-05-Doorwerth-013We dronken koffie bij J&J met 4, Cor ging vergaderen en Jan, Ruud en Ton liepen vervolgens gedrieën in Gelderland.
Doorwerth was het startpunt van de 15,5 km lange tocht. Het gemiddelde lag toch nog op 4,0 km ondanks het feit dat het begin van deze zeer fraaie tocht op rivierniveau lag en de route ons naar de toppen van de stuwwal bracht. Het kasteel was het eerste landmark. Ruud toonde zich een zeer kundig kaartlezer en routeplanner. De ghostwriter zal hierover nog verhalen.

Het Gelders Landschap zorgt niet alleen voor goede informatie, maar heeft deze streek met veel restanten van oude huizen voor wandelaars zeer toegankelijk gemaakt. Prachtige bospaden, kronkelende droge beekbeddingen en telkens fraaie uitkijkpunten: het waterverkeer op de Rijn, de brug bij Arnhem en de stuw bij Driel. We stonden figuurlijk stil bij het Drielse veer dat tijdens de operatie Market Garden een essentiële rol had kunnen spelen (zie bij geleend). De Westerbouwing en Heveadorp kenden we van een vorige tocht. We stonden vlak voor de eerste lunch stil bij een gedenkteken dat ons de gebeurtenissen van 75 jaar geleden in herinnering bracht.

Stoere eiken, bosvijvers, frisse bloemen te kust en te keur, klimmen en afdalen, hijgend bostrappen bestijgen en weer genieten van het uitzicht.
Volop tijd ook om stil wandelend te denken aan de bijzondere dag voor een niet aanwezig wandelmaatje.

Niet alleen in Cromvoirt worden rietdaken gerestaureerd. Het informatiebord verhaalt over Wodans eiken en de vele schilders die hier ooit neerstreken. Passerende wandelaars legden dat nog eens duidelijk aan ons uit.
Wij zagen hoe kronkelig een eik, die gehinderd wordt door soortgenoten, kan uitgroeien. Het waren niet allemaal eiken die er stonden, vlak voor de we afdaling naar de rivier begonnen passeerden we vier beuken. We zagen geen geesten die ons afdalend deden hallucineren.

Al met al kunnen we terugkijken op een fantastisch mooie wandeling die, want dat mag niet onvermeld blijven, gedurende de gehele dag door Ruud werd gecoördineerd, die vanuit de cryptische routebeschrijvingen steeds de juiste koers wist aan te geven. Jan en ik vroegen ons af waar die vaardigheid zo plots vandaan kwam. Ruud maakte ons duidelijk dat hij de afgelopen jaren tijdens de wandelingen zoveel van Cor heeft geleerd, dat het nu een fluitje van een cent geworden is. Hij is hem daar dan ook zeer dankbaar voor.

Volgende keer starten bij Cor.

Ton

Bron van de wandeling: Wandelzoekpagina, Trage Tocht Kasteel Doorwerth.

Foto’s 2019-06-05:

Eerdere tochten in de buurt:
2015-09-30 Oosterbeek
2013-07-24 Oosterbeek
2012-11-14 Wolfheze
2009-06-03 Wolfheze

Geleend:

Doorwerth is een dorp in de gemeente Renkum in de Nederlandse provincie Gelderland, net ten westen van de stad Arnhem. Het dorp ligt tegen en op een stuwwal langs de Rijn, die gevormd is in de voorlaatste ijstijd. De stuwwal is de zuidelijke grens van de Veluwe.
Doorwerth ligt voornamelijk in de bossen, waaronder de Cardanusbossen ten noorden en westen van de plaats. Doordat bebouwing en bos elkaar afwisselen, zijn deze bossen bepalend voor de identiteit van deze plaats.

Duno of Duunoog is een buitenplaats in de Nederlandse provincie Gelderland.
Het is vanaf 1800 ontstaan als landschapspark met een prieeltje, theekoepel, rosarium en kassen, belvedère en rotspartijen. Het ligt ten zuiden van Doorwerth op een stuwwalrand aan de Rijn. Bij de Duno ligt de ringwalburg de Hunnenschans die sinds 1965 de status archeologisch rijksmonument heeft.

Drielse veer in Duitse handen: geen makkelijke oversteek voor de Polen in Oosterbeek.
Op donderdagochtend om 04.30 uur had generaal Urquhart nog bevestigd aan het hoofdkwartier dat de Westerbouwing in Britse handen was en dat het Drielse veer, met een aanlegplaats bij de Westerbouwing, later die dag door de Polen gebruikt zou kunnen worden om vanuit Driel de Britse linies in Oosterbeek te versterken.

Het liep, zoals vrijwel alles tijdens Operatie Market Garden, heel anders.
Nadat ongeveer 1.000 Poolse paratroopers van de 1e Onafhankelijke Poolse Luchtlandingsbrigade rond 17.00 uur geland waren bij Driel, werd een groep Polen door generaal Sosabowski naar de aanlegsteiger van het voetveer gestuurd om met lichtsignalen contact te maken met de Britten aan de noordkant.
Tot hun stomme verbazing werd er vanaf de noordkant van de Rijn onmiddellijk op de Poolse soldaten geschoten. Luitenant Kaczmarek: “Van de andere oever werden we zwaar onder vuur genomen. We renden er vandoor en zochten dekking achter een paar hopen stenen. Het was een wonder dat niemand werd geraakt. We konden de kogels van de stenen horen af ketsen.”
Generaal Sosabowski was woedend toen hij hoorde over de gebeurtenissen. Hij had immers kort voor vertrek nog een bericht ontvangen dat de veerpont in gebruik was. “Hoe kan dat in een paar uur gebeurd zijn?”, vroeg hij zich af.

De Britten in Oosterbeek waren die dag van alle kanten aangevallen. Door een felle Duitse aanval vlak voor de Poolse luchtlanding, waren de Britse para’s eerder die dag verdreven van de Westerbouwing. De Duitsers hadden de noordelijke aanlegsteiger van het Drielse Veer inmiddels stevig in handen.
De pont zelf was in geen velden of wegen te bekennen. Veerman Peter Hensen had de kabels gekapt na de Duitse aanval. Hij wilde op die manier voorkomen dat de veerpont in Duitse handen kwam. De pont was met de stroom weggedreven. Het was een daad van verzet geweest, maar Hensen kon niet weten dat zijn Drielse Veer een essentiële schakel vormde in de strijd.
Omdat het voetveer was weggedreven, werd een geplande Britse tegenaanval om de Westerbouwing te heroveren door Urquhart afgelast. De Polen moesten een andere manier bedenken om aan de noordkant te komen.
Was het iets anders gelopen, dan is het maar de vraag hoe de Slag om Arnhem zich had ontwikkeld. Met een bruikbaar voetveer hadden 1.000 Polen de Britse linies versterkt en waren er waarschijnlijk in de dagen erna vele duizenden geallieerde troepen gevolgd. Maar de werkelijkheid was dat er geen veerverbinding was. De Polen moesten improviseren.

De Britten probeerden vanuit Oosterbeek via de radio contact te maken met de Polen aan de zuidkant van de Rijn, maar dat lukte niet. Die avond zwom de Poolse kapitein Ludwik Zwolanski, die als verbindingsofficier in het hoofdkwartier van Urquhart actief was, de Rijn over om met de Polen te overleggen.
Zwolanski gaf door dat de Britten zouden proberen de Westerbouwing te heroveren en dat de Royal Engineers vanaf de noordkant van de Rijn met vlotten naar Driel zouden komen. Met die vlotten zouden de Polen vervolgens naar de Britse sector overgezet kunnen worden.
De Britse aanval op de Westerbouwing liep echter op niets uit en de poging van de Royal Engineers in Oosterbeek om van aanhangwagens vlotten te bouwen werkte ook niet echt.
Sosabowski had een groot deel van zijn soldaten verzameld bij de rivieroever. Maar toen hij door kreeg dat er geen bruikbare vlotten waren, beval hij zijn mannen in de nacht van donderdag 21 september op vrijdag 22 september om zich terug te trekken bij de rivier. De Polen namen defensieve stellingen in rond Driel.