Dag allen,
Iedereen liep weer eens mee. Het begon, zoals vaker, bij Jacques. Daar staat de koffie al te pruttelen. Zijn panorama woonkamer waar het zonlicht via zorgvuldig gewassen ramen naar binnen viel, was het decor van een klassiek pensionadogesprek. Wij spraken van een wonderlijk geluk voor Jacques dat de OZB-belasting niet per raam wordt geheven, terwijl wij van de koffie met koek genoten.
Terwijl de koeken op tafel lagen als kleine monumentjes van troost, gingen de monden open. Niet voor de koek, maar voor de wereld. Het ging verder over liften die het niet meer doen, plantenbakken die gevuld moeten worden met aarde die zwaarder lijkt dan vroeger, en over boekenkasten vol met vijftig jaar aan geschiedenis die langzaam ruimte moeten krijgen. “Maar hoe gooi je nou een boek van de Gebroeders Das weg?” vroeg Jacques retorisch. “Dat doe je toch niet? Dat voelt als heiligschennis. Alsof je een oude vriend in de papiercontainer flikkert.”
Er werd genoten van de koffie met koek. Een enkeling had op deze uitzonderlijk zomerse dag de korte broek al aan. Buiten categorie mooi, eigenlijk. De zon scheen met de overtuiging van iemand die eindelijk weer eens aan de beurt was, en wij lieten ons gewillig meevoeren naar het vertrekpunt: Natuurpoort De Roovertsche Leij, aan het Gorpse Baantje bij Goirle, voor eena wandeling over de Landgoederen Nieuwkerk en Gorp en Roovert.
De wandeling begon kalm, zoals het leven op onze leeftijd hoort te zijn. We liepen langs de beek die vrolijk ritselde alsof hij het ook niet meer allemaal hoefde te begrijpen, zolang hij maar doorliep. De natuur stond in het frisse groen van een beginnende zomer, met dat eerste bladgroen dat nog niet weet dat het in augustus knisperend bruin eindigt. Ook de varens zien hun kans weer schoon, en richten zich hier en daar al fris op.
Op het landgoed Gorp en Roovert stond ook een deftig landhuis met karakteristieke rood-groene luiken. Het landgoed is ontstaan in de 14e eeuw uit een aantal landbouwenclaves die behoorden tot de leengoederen van de Hertog van Brabant. In de 18e eeuw werd het aangekocht door Marcellus Bles die het toen met uit de koloniën vergaarde fortuinen heeft verworven. Uiteindelijk na veel verschillende eigenaren is het in het bezit gekomen van de familie Van Puijenbroek, begin 20e eeuw. En het is uiteindelijk toegankelijk gemaakt voor het publiek. In het voorbijgaan op de mooie paden in het met zonovergoten bos stuitten we ook nog op een herinneringssteen aan vijf gefusilleerde gijzelaars. De steen was gelegd door de vrienden van de gijzelaars op 15 augustus 1945. Om stil van te worden. En dat deden we dan ook even.
Maar de tand des tijds… die liep stilletjes met ons mee. De stops worden frequenter, de bankjes uitnodigender, het tempo… laten we zeggen: contemplatief. Af en toe keken we achterom, niet uit nostalgie, maar om te zien of iedereen nog volgde. Er werd natuurlijk op elkaar gewacht om elkaar de ruimte voor een eigen tempo te geven.
Toch werd het een wandeling van elf volle kilometers (11,3 km) met tussendoor als beloning een prachtige bank waar we onze lunch konden gebruiken. Een jong gezin dat ook daar wilde neerstrijken had eerbied voor de grijze koppen en liet ons voorgaan. Zij fietsen maar iets verder. Geen meter van de kilometers lange tocht had haast. Er werd gesproken over herinneringen aan eerdere wandelingen in dit gebied, over schaduwen die dansen op het pad, het frisse groen van de zomer en over hoe droog het alweer is — terwijl we net een half jaar lang klamme sokken hadden van de zompige wandelingen in moerasachtig gebied in dit deel van Brabant.
Uiteindelijk streken we neer op een terras waar de zon zijn best deed ons nog een beetje bij te kleuren. Het bier smaakte als vakantie. Harry trakteerde nog op een biertje. Een tegoed dat nog stond voor zijn verjaardag.
“Overigens, de volgende keer bij mij,” zei Harry, terwijl hij het glas naar zijn mond bracht. “Hij heeft namelijk met Ton gewisseld, want hij gaat met vakantie eind mei. Moet kunnen.” We knikten. Alles moet kunnen, zolang we blijven lopen. Al is het wat trager, wat stiller. De wereld mag dan veranderen, maar onze wandelingen — die blijven. Net als die koeken bij Jacques.
Harry & Co
Volgende keer bij Harry.
Bron van de wandeling: Routiq.nl, Wandelen over Brabantse Landgoederen