Dag allen,
Op een mooie zomerse dag werden we gastvrij ontvangen door Harry met koffie en een mooie sortering koeken. Ook Toon was er weer bij na zijn onderwerping aan de (be)handelingen van de osteopaat. Oppervlakkig gezien heeft hij er niet onder geleden en zijn loopvermogen was weer helemaal terug, want hij eindigde, net als wij, bij het Wellse Veerhuis. Daar begonnen we overigens ook onze tocht van 10,6 km. In het begin (maar ook later) viel de kleurenrijkdom van de bermen op. Met name de Cichorium intybus was een blikvanger. Hoog op de dijk(en) om ons heen kijkend was er sprake van de bekende “weidse vergezichten”. En dat weer liet het bekende gedicht van Hendrik Marsman in het hoofd opborrelen: Denkend aan Holland, zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan…
De temperatuur was al vroeg van dien aard dat de koeien al pootjebadend de melk koel konden houden. Aan de andere kant van de dijk hing er veel aanlokkelijk fruit te rijpen. Maar erbij komen kon net niet. Thuiswerken achter openslaande deuren kan zeer aangenaam zijn, laten de foto’s zien (overigens genomen met toestemming van de thuiswerkende). De stoer staande molen liet zien dat hij/zij, ondanks de ouderdom, niet heeft geleden door de tand des tijds.
Een vaartocht met het veer van Nederhemert was inbegrepen in onze wandeltocht. Al moest de veerman wel even gebeld worden, door Ruud (die dat aanvankelijk niet begrepen had en dacht dat de veerman wel op eigen initiatief het heen en weer zou krijgen). De tijd werd gedood met geklets over niks en mediterend bij enkele gedichtregels van A. Roland Holst. Op de veerpont bleek nog een literaire uitspatting te hangen, die wel heel toepasselijk was: een strofe uit een liedje van Drs P.: Veerpont (klik hier om het te bekijken en te beluisteren op YouTube).
Het Kasteel van Nederhemert bleef afstand van ons houden vanwege een hermetisch gesloten hek en Verboden Toegangsbordjes. Na het Kasteel bleek de weg, leidend naar de voor enkelen nostalgische gevoelens oproepende speeltuin, voor een stevige discussie te kunnen zorgen. De pijlen op de kop van de paal wezen voor een enkeling in de verkeerde richting, voor anderen weer niet. Maar met behulp van overredingskracht en de topografische kaart in een app werd duidelijk dat een onverlaat de paal ooit een kwartslag gedraaid had. De daadkracht en spierkracht van Jacques toonden aan dat de paal makkelijk in de juiste stand gezet kon worden. Dat gebeurde dus. En zo liepen we dan toch verder op het goede pad, naar een bank om te lunchen.
Onderweg naar het buitenland (dachten we) kwamen we ook nog een mooie zwam tegen. In dat toch niet zo Zwitserse Bern waren de lantaarnpalen wel fleurig en kleurig aangekleed. Het laatste deel van het traject liepen we benedendijks. Harry wierp zich als marsleider op om gesloten hekken te openen (en daarna te sluiten). Hij ontwardde knopen van prikkeldraad en verschillende soorten touw. Het ging hem goed af.
Afrondend en bij de temperatuur passend bood Jacques ons een ijsje aan. Maar zijn herinneringen aan de juiste locatie van een ijssalon in Ammerzoden en Hedel bleken vervaagd. Daardoor kwamen we uiteindelijk op de Driesprong in Rosmalen terecht om de tractatie toch nog te consumeren. Dank daavoor, Jacques.
Cor
Bron van de knooppuntenwandeling: RouteYou, ‘T Wellse Veerhuis.
Volgende keer koffie bij: Toon.