2018-03-28 Nijnsel

Dag allen,

2018-03-28 Nijnsel 001Ook deze keer waren we compleet. Na de start in Cromvoirt met warme (mini, om in de termen van Ruud te blijven) appelflappen en Schwarzwalder Kirschtorte (ook mini, volgens dezelfde gastheer, die deze uitspraak pas durfde doen toen hij uren later in de regen onder een paraplu thee maakte).

We startten in Nijnsel, de tocht werd precies 12 km lang (4,2 km gemiddeld) en de Dommel toonde zich in al haar schoonheid en bomenrijkheid. Maar die werd pas zichtbaar na onze verbazing over veterinaire gaypride en de vertederende informatie over het bijenhotel. Afgeknotte wilgen, veel, en het bleef een raadsel waarom juist wilgen aan de waterkant staan.

De strakke nieuwbouwlijnen vormen een mooi contract met de meanderende waterstroom. We namen kennis van een nieuw soort geluidswal voorzien van roeptoeter.

Fraaie vennen, die uitbundig de lente aankondigden, besloten de tocht, die droog begon en via gespetter met regen eindigde.

Ton

Nb. Volgende keer bij Jan, dan bij Ton en dan pas bij Cor.

Bron van de wandeling: KlikPrintenWandel.nl: Vressel-route

 
Foto’s 2018-03-28:

 

Uit de rubriek: Gepikt (lees verder)

Wilgen zijn pioniersoorten met een grote lichtbehoefte. Wilgen komen in Nederland en België veel voor langs sloten en plassen. Wilgen houden namelijk over het algemeen van een vochtige bodem en groeien zeer snel. Wilgen zijn pioniersplanten, die langs rivieren met name ontkiemen in ooibossen op de grens van land en water. Doordat de wortels de grond luchtig maken en door de humusvorming van blad en takafval, wordt de grond geschikt voor soorten die volgen, zoals es, eik.

De watermerkziekte en torsiekrachten van de wind zorgen ervoor dat een wilg meestal niet ouder wordt dan veertig tot vijftig jaar. Wilgen zijn voor insecten een belangrijke leverancier van stuifmeel. Met name diverse solitaire bijen zijn afhankelijk van bloeiende wilgen.

De wilg kan op ongeveer 2 m hoogte afgezaagd worden en heet dan knotwilg. Aan de stam groeien vervolgens waterloten, die wilgentenen worden genoemd. Ze worden tegenwoordig vooral gebruikt om manden en tuinschermen te maken. Vroeger werden wanden van hutten gemaakt van vlechtwerk van wilgentenen, afgedicht met klei, en funderingen van dijken werden gelegd op matten van gevlochten wilgentenen. Deze zinkstukken blijven op hun plaats door ze af te zinken met basaltstenen. Ze beschermen de bodem tegen erosie.

Knotwilgen bepalen in belangrijke mate het typisch Hollandse en Vlaamse landschap. Het is belangrijk dat eenmaal geknotte wilgen regelmatig opnieuw geknot worden, omdat de anders te dik wordende loten na een aantal jaren de boom uit elkaar scheuren.