2020-03-11 Eersel

Dag allen,

2020-03-11Eersel001Hoe zou deze wandeldag van een dikke 11,4 km het beste getypeerd kunnen worden? Met één woord: nat. Wat dat betreft hebben de afwezige Jan en Ton weinig gemist. Opkomende griep en ander ongerief hielden hen buiten de groep. De koeken bij Toon smaakten er ons niet minder om. Hoewel de Buienradar van Toon hem beloofd had dat het vanaf het startpunt bij de Natuurpoort Eersel wel droog zou worden en blijven, hadden zowel Buienradar als Toon er kennelijk niet bij stilgestaan dat motregen niet op de regenradar wordt bespeurd en getoond. Voor dat we dan ook dachten dat een poncho wel bescherming zou bieden was onze buitenkant al zo nat dat het geen zin meer had om de poncho uit de rugzak te halen. Alleen Ruud was zo verstandig om al in een vroeg stadium een parapluutje te gebruiken. Maar ook hij kon niet voldoende tussen de druppels doorlopen om droger dan de rest te blijven.

Toon had een greep gedaan in het assortiment van KlikPrintenWandel.nl: een Ommetje Pannegoor. Gelet op de bekendheid van sommige delen van het traject (althans bij uw scribent) moesten we ten minste een deel al eerder hebben gelopen. En ja, thuisgekomen laat het archief zien dat we al twee keer de Cartierheide hebben aangedaan (op 27-08-2008 en 29-07-2009). En sterker nog: het Ommetje Pannegoor hebben we ook al eerder gelopen, en wel op 09-12-2015. Maar net als toen rustte er ook vandaag geen zegen op dit Ommetje. Evenals in 2015 misten we ook nu een deel van het traject, zodat het geen ruim 13 km werd maar 11,4 km (volgens de rekenmethode van het klokje van Toon). Kennelijk werd onze blik door de regen vertroebeld op een plek waar we vanaf de heide het bos in hadden moeten duiken. Maar zoals gebruikelijk hielp de kaart ons weer om op een goede plek de beschreven route op te pakken. Overigens was niemand er echt rouwig om een deel regen gemist te hebben.

De eenzame kabouter in het begin, waarvan we dachten dat hij zat te wachten om Sneeuwwitje en de rest van de dwergen te zien aanschuiven aan de dis, bleek al jaren alleen te zitten. Dat zagen we tenminste op de foto’s van 2015, toen zat hij ook al in de wachtstand.

Toon was van de op zich goede gedachte uitgegaan dat een wandeling over de hoge zandgronden van De Kempen wel zonder waterige paden zou kunnen worden gedaan, maar dat viel tegen. Veel paden hadden meer weg van net niet drooggevallen rivierbeddingen of volstaande beekbeddingen. Met name onze kleinste wandelmaat moest regelmatig testen hoever hij een spreidstand kon uitvoeren. Maar ja, Toon kan in dat opzicht niets verweten worden. Het klimaat werkte niet mee, al dagen niet. En daar doe je niks tegen.

Onderweg spraken we nog onze bewondering uit voor de Brabantse politicus of ambtenaar die de gisteren op TV gepresenteerde term “sociale onthouding” had bedacht. Het is wel een tamelijk roomse uitleg van wat elders in het land als gewenste “sociale terughoudendheid” werd betiteld. Kennelijk zat de periodieke onthouding van vroeger nog diep in het systeem. Wat ons betreft krijgt de term sociale onthouding nu al de trofee voor het Woord van het Jaar. Maar ondertussen wordt ons leven steeds meer beheerst door de paniek die ontstaat vanwege het Corona-virus. Maar goed, daar zouden we verder over zwijgen.

Omdat we onderweg nergens een droge plek zagen, en het eind- en beginpunt steeds dichterbij kwam, veronderstelden we de boterhammen maar op te moeten eten in een droge auto. Maar het bleek toch anders te kunnen. Bij het restaurant van Recreatiepark Ter Spegelt spreidde Ruud zoveel verleidingskunsten ten toon dat we, onder het genot van een door Ruud aangeboden kop koffie (waarvoor dank), toch hoog en droog onze boterham mochten nuttigen. De bedienster kon de beïnvloeding van Ruud niet weerstaan en liet ons de meegebrachte etenswaren toch nuttigen.Dank zowel aan Ruud als de jongedame in kwestie. En zo liepen we toch droog de laatste 100 meter naar de auto.

Mooie wandeling die het verdient om bij mooi zonnig weer geheel te worden gelopen. En volgende keer starten we bij Ton.

Cor

Bron van de wandeling: KlikPrintenWandel.nl, Ommetje Pannegoor

Foto’s 2020-03-11:

GELEEND:

Cartierheide (voor een volledig beschrijving op Wikipedia: lees verder)

De Cartierheide (uitspraak: ‘kartjeeheide’) is een natuurgebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuurgebied De Kempen en dat zich bevindt in de Nederlandse gemeente Bladel. Het gebied is 172 ha groot en ligt op 3 km afstand van de Belgische grens, ingeklemd tussen de weg van Eersel naar Postel en de snelweg A67/E34 ter hoogte van Hapert.
 

Etymologie

De naam van het gebied is ontleend aan de Belgische diplomaat Emile-Ernest de Cartier de Marchienne. Zijn vader, jhr. Paul-Emile de Cartier de Marchiennes, kocht in 1863 het nabij deze heide gelegen Duizels Hof en dat kwam later in handen van zijn zoon, die de heide gebruikte als onder andere jachtterrein. Hieraan is het te danken dat het gebied in de jaren 30 van de 20e eeuw niet werd ontgonnen. Aan de baron herinnert ook het zeldzame berkenlaantje dat langs een plas loopt die hij liet uitgraven, het ven genaamd het Pannegoor. Een begroeid dijkje met een beschut pad tussen het water van het ven en de heide, geflankeerd door berkenbomen noemt men de Pannegoor Passage, van hieruit kon men ongezien op de eenden en andere watervogels in de vennen jagen.

In 1840 kreeg gemeente Hoogeloon, Hapert en Casteren de Hapertsche Heide, waar de huidige Cartierheide ook onder viel, in beheer. Eind 19e eeuw kocht Baron de Cartier de Marchienne het deel ten noorden van de Bredasebaan van de gemeente. Baron Emile-Ernest de Cartier de Marchienne was als ambassadeur onder andere gestationeerd in China en de Verenigde Staten en nam vaak hoogwaardigheidsbekleders mee naar zijn landhuis in Duizel. Als uitje werd er vaak naar de Cartierheide getrokken om daar te gaan jagen. Baron de Cartier de Marchienne was namelijk naast natuurliefhebber ook een fervent jager. Ergens rond 1910-1920 liet hij hiervoor een vijver maken op zijn heide (Het Pannegoor). De baron de Cartier de Marchienne creëerde een serie van vijvers waarin het waterpeil te reguleren was. Deze regulatie van het waterpeil was nodig voor de favoriete manier van jacht van de baron: de snippenjacht. De vijver liep in de zomer vol met water doordat het Dalems Stroompje de vijvers binnen stroomde. Als de baron in september met zijn reisgezelschap wilde gaan jagen, werd het waterpeil omlaag gebracht. Hierdoor ontstonden aan de zijkanten van de vijvers slikken waar de snippen op af kwamen om te foerageren. 

Vanaf de jaren 1930 werd besloten om dit heidegebied, zoals vele andere Kempische bossen, te gaan bebossen met vooral, den, spar en lariks als leverancier van het benodigde stuthout voor de mijnbouw in Limburg. Mede doordat de baron in 1932 het gebied aan Natuurmonumenten schonk wist men het heidegebied te behouden. Het zuidelijke gedeelte van de heide wordt nog altijd Hapertse Heide genoemd. Deze twee gebieden worden van elkaar gescheiden door het restant van de oude Bredasebaan, die beter bekend stond als de landweg van Luik naar Breda. Deze onverharde weg is door de eeuwen heen behouden gebleven en werd onder andere door Napoleon en zijn legers bewandeld.